Hoofdstuk 2 beschrijft de belangrijkste conclusies in de tussenbalans. We werken op een eigentijdse manier aan de juiste opgaven. We zijn goed op weg in het waarmaken van ons coalitieakkoord. Het gaat de komende jaren om het realiseren van het afgesproken beleid. Daar gaat veel van onze inspanning in zitten.

De tussenbalans laat wel zien dat er een aantal ontwikkelingen zijn die zich, ten opzichte van de start van deze coalitie, versneld voordoen. Een versnelde economische groei helpt ons en wordt versterkt door onze investeringen. Structurele achterstanden zoals werkeloosheid in steden, arbeidsproductiviteit en gemiddeld opleidingsniveau zijn nog niet ingelopen. Er is geen reden om achterover te leunen. Versnelde digitalisering en technologische ontwikkeling, versnelde afname van de groei van onze bevolking en de versnelling in de zichtbare effecten van klimaatverandering stellen ons voor aanvullende vragen. Er zijn bovendien meerdere complexe transities aan de orde, die allemaal een effect hebben op onze leefomgeving en ons landschap. Het gaat om de energietransitie, klimaatadaptatie, verduurzaming en de overgang naar een circulaire economie en de ontwikkeling van slimme mobiliteit. Deze transities vinden bovendien in samenhang plaats.

Het perspectief dat de tussenbalans oplevert is niet dat grote intensivering of extensivering van investeringen nodig is. We zijn immers goed op weg en daar moeten we hard aan door blijven werken. Het perspectief is wel dat we ons moeten voorbereiden op ontwikkelingen die sneller gaan dan verwacht. We moeten kunnen inspelen op wat de transities van ons als overheid vragen. Daarom stellen we voor om onderwerpen nader te verkennen en strategieën te ontwikkelen. Dit doen we samen met u, zodat u aan het begin van het proces uw inbreng en rol kunt bepalen. Dat geeft ons inzicht en handelingsperspectief waar we met u over in gesprek kunnen en waar eventuele volgende stappen op gebaseerd kunnen worden. Onderstaand werken we dit verder uit voor de overkoepelende thema’s krachtige economie, aantrekkelijke leefomgeving en goed bestuur.

Krachtige economie

De verdere digitalisering van de samenleving en de snelle ontwikkeling van de technologie speelt een relevante rol voor de ontwikkeling van een krachtige economie. Ook als provincie hebben we te maken met een toenemende digitalisering. In onze dienstverlening zijn we vooruitstrevend en presteren we goed. In het strategisch informatiebeleid van de provincie besteden we nadrukkelijk aandacht aan het toepassen van big data. Desondanks zijn op een aantal gebieden nadere verkenningen gewenst.

Aantrekkelijke leefomgeving

De versnelde afname van de groei van de bevolking en de versnelde veranderingen in ons klimaat hebben grote gevolgen voor onze leefomgeving. In onze recentelijk vastgestelde omgevingsvisie houden we daar al zoveel mogelijk rekening mee. We werken aan maatregelen op het gebied van energie, klimaatadaptatie, verduurzaming van de landbouw en circulaire economie. Maar doordat de klimaatverandering sneller lijkt te gaan dan gedacht is extra inzet nodig. Het klimaatakkoord van Parijs vraagt om extra inspanningen om doelen voor 2050 te halen. De toegenomen impact van wateroverlast, droogte en hitte vraagt om een versnelde aanpak van de klimaatadaptatie. Daarbij moeten we rekening houden met de verschillen tussen stedelijke en landelijke gebieden, maar wel in samenhang tussen stad en land. De ontwikkeling van de krimp in combinatie met de maatschappelijke vraag om verduurzaming vraagt om nadere analyse van de verduurzaming van het landelijk gebied.

Goed bestuur

Maatschappelijke opgaven en vraagstukken zijn leidend voor ons handelen. In het coalitieakkoord staat dat wij daarbij een interactieve en participerende bestuursstijl voorstaan. De eigentijdse aanpak van de provincie voor goed bestuur wordt herkend en erkend door onze omgeving. Het is een doorgaand proces waar we op twee aspecten een behoefte aan nadere ontwikkeling en verdieping zien. We zien een doorontwikkeling voor een eigentijdse manier van verantwoording en we zien een we zien een extra inzet op regionale samenwerking en agendavorming.